Wilhelmus de Predio

In deze digitale tijd kan het ongelooflijk lijken, maar de vier delen van het Brevier van Geraardsbergen werden volledig met de hand gekopieerd, door een scribent of kopiist, een ambachtsman die gespecialiseerd was in het schrijven. Hij gebruikte een zogenaamde textura, een statige, erg verzorgde en leesbare gotische letter, die perfect geschikt was voor een liturgisch boek. Het moet bijzonder tijdrovend zijn geweest om de honderdduizenden letters van het 1700 pagina’s tellende manuscript langzaam, een na een, neer te schrijven.

Het handschrift van Wilhelmus de Predio, detail. Elke zin begint met een gekleurde initiaal gevat in filigraanwerk. De tekst is gealigneerd in kolommen, met in de regelvullingen lijnsegmenten versierd met geometrische motieven en langwerpige draakjes

(ms. F°/3/1, fol. 3r)

Colofon, volume 3 (ms. F°/3/3, fol. 205v): ‘Scriptum per me Wilhelmum de Predio Anno Domini 1449° in vigilia vigilie Nativitatis Domini’ (Geschreven door mij, Wilhelmus de Predio, in het jaar 1449, de vooravond van de Geboorte van de Heer)

We kunnen de duur van dit echte monnikenwerk gemakkelijk inschatten, want in twee van de vier delen staat de datum vermeld van hun voltooiing: 23 december 1449 in deel 3 en 1 juli 1450 in deel 4. De transcriptie van elk deel heeft dus zes maanden geduurd, wat wil zeggen dat op basis van 250 werkdagen per jaar, de scribent elke dag drie tot vier pagina’s heeft geschreven. Hij begon aan dit werk midden 1448, in het begin van de ambtsperiode van Nicaise de Frasne (1447–1461), een abt die nauwe banden had met de Bourgondische hertog Filips de Goede.

De vier delen van het Brevier van Geraardsbergen werden volledig met de hand gekopieerd, door een scribent of kopiist, een ambachtsman die gespecialiseerd was in het schrijven

Om een opdracht van een dergelijke omvang tot een goed einde te brengen, werd het werk vaak onder meerdere kopiisten verdeeld. Dat is hier echter niet het geval geweest. Het geschrift is duidelijk van slechts één hand. We kennen zelfs de naam van de persoon, want hij liet een handtekening na: Wilhelmus de Predio. Over zijn afkomst en vorming is niets bekend, maar we weten wel iets over hem, aangezien hij niet alleen het Brevier van Geraardsbergen signeerde.

Zijn naam is nog in vier andere Latijnse manuscripten terug te vinden. Het eerste is een kopie van de Canon van de geneeskunde van Avicenna, vandaag in Bethesda (Verenigde Staten). Het dateert van kort na het Brevier en is gemaakt voor een onbekende opdrachtgever. Het tweede boek is de Gallische Oorlog van Julius Caesar, een tekst waar Belgische scholieren erg vertrouwd mee zijn (Cambridge, Verenigde Staten). De Openbare bibliotheek van Brugge bezit een derde manuscript van Wilhelmus, een Pantheologie van de dominicaner monnik Ranièro Giordani da Pisa, een theologisch woordenboek in vier delen, gekopieerd tussen 1457 en 1459. Op 6 juni 1466, ten slotte, voltooide De Predio een bundel met de brieven van de heilige Hiëronymus, een van de belangrijk- ste kerkvaders. Dit boek, vandaag bewaard in Wooster (Verenigde Staten), werd besteld door de priorij Saint-Léonard van Herstal, nabij Luik.

Colofon, volume 4 (ms. Fo/3/4, fol. 200v): ‘Wil. De Predio me scripsit et finivit anno Domini 1450mo in vigilia Visitationis beate et gloriose Dei genitricis Marie’ (Wilhelmus de Predio heeft dit geschreven en beëindigd in het jaar des Heren 1450, op de vooravond van Maria Visitatie, heilige en glorierijke Moeder Gods)

Wat leren die manuscripten ons over Wilhelmus de Predio? Eerst en vooral dat hij een grondige kennis had van het Latijn: hij schreef even vlot teksten van klassieke auteurs als van de kerkvaders of middeleeuwse artsen en theologen. En verder dat hij erg mobiel was, en misschien wel rondtrok.

Voor het kopiëren van het Brevier van Geraardsbergen vestigde hij zich waarschijnlijk in de buurt van de abdij, wellicht in Gent. Een vijftiental jaar later duikt hij op in Luik, waar hij opnieuw voor een religieuze instelling werkt. Was hij zelf een clericus of geestelijke? Hij had in elk geval toegang tot deze milieus.

Dominique Vanwijnsberghe

Bibliografie

Albert Derolez, 'Gand comme centre de diffusion d’une édition revue et indexée de la Pantheologia de Rainier de Pise (1459)', in Scriptorium, 60, 2006, p. 227-240.