Volume 4

Volume 4 werd eveneens vervaardigd in Gent. Wilhelmus de Predio signeerde fol. 200v op 1 juli 1450. Het deel werd gedecoreerd door de Meester van Gerard Brilis en Hand B van het Brevier van Geraardsbergen. Het bevat een Sanctorale (van Sint-Adriaan (27/5) tot Sint-Saturninus (29/11), diverse officies, Officie van de Transfiguratie en Officie van het H. Graf. Vandaag worden de vier delen bewaard in de abdij van Maredsous, Denée. Ontdek hier volume 4 van het Brevier via de uitgebreide beschrijving en bekijk elk detail in onze online viewer.

Meester van Gerard Brilis, Presentatie van de relieken van de heilige Adrianus voor de poort van de Abdij van Geraardsbergen, initiaal

(ms. F°/3/4, fol. 1r)

Brevier, gebruik van de Sint-Adriaansabdij (vierde volume van een brevier in vier delen: F°/3/1-4) (“Brevier van Geraardsbergen”)

Latijn

Vermoedelijk Gent, iets na juli 1450

Meester van Gerard Brilis (I); Hand B van het Brevier van Geraardsbergen (II)

Perkament, II (papier) + ff. 211 + I (perkament) + II (papier), 355 x 250 mm. 1-268 (ff. 1-208), 273 (ff. 209-211), 281 (f. I).

Liniering in rode inkt: 2 kolommen, 30 regels, 235/238 × 164/165 mm.

Textualis. Gekopieerd door Wilhelmus de Predio op 1 juli 1450 (zie Opmerking: colofon op f. 200v). Rubrieken in rode inkt.

33 gehistorieerde initialen, van 3 tot 7 regels. Gedecoreerde initialen van 2 tot 3 regels (type II, ff. 23-23v). Filigraaninitialen van 1-2 regels, in blauw met rood penwerk of in rood met lichtbruin penwerk (verbleekte inkt?), alternerend, in een verschillende stijl dan de drie andere volumes: de uitlopers in de marges eindigen in bloemhoofdjes en/of bladwerk.

Hand B van het Brevier van Geraardsbergen, Visitatie, initiaal

(ms. F°/3/4, fol. 23r)

Twee types randdecoratie: (I, type Brilis) dicht netwerk in filigraan met wingerdbladen en vergulde bezanten, met kenmerkende gehistorieerde medaillons met verhalende elementen (ff. 1, 5, 14, 39, 65v°, 91, 95v°, 116, 131, 135, 140v°, 201v°); tussen deze medaillons: uitgebreid rankwerk in meerdere kleuren, met soepele krullen en rollen in filigraan met rozen of aardbeien, met bladen deels in groen of goud. Vereenvoudigde versies van deze twee types zijn terug te vinden rondom de gehistorieerde of gedecoreerde initialen van 3 tot 5 regels; (II) grovere marges, geschilderd op het naakte perkament of op een vergulde grond met een licht roodachtige schittering, fijn rankwerk met vergulde wingerdbladen, plantmotieven en sterk gekartelde acanthus met een gestippelde rand, de oppervlakten zijn geaccentueerd met grote vergulde bezanten en feloranje, blauw, heldergroen en roze. Twee mannen bevechten elkaar op de bas-de-page van f. 23; vier medaillons met verhalende uitbreiding op f. 45v; de man en het hert op f. 158v zijn geïnspireerd op speelkaarten.

Meester van Gerard Brilis, 'Uien', detail van de marge

(ms. F°/3/4, fol. 1r)

Regelvullers in blauw en rood, in de katernen van het tweede type (4-18); afwezig in de katernen van het eerste type, met uitzondering van f. 18v: eenvoudige pentrekken in rode inkt. Moderne boekband (18de-eeuws), halfleren band in rood marokijn en vergulde stempeling. Op de rug de inscriptie BREVIARIUM MANUSCRIPTUM ANNO 1200 TOM 2 PARS 2.

Hert, detail van de marge

(ms. F°/3/4, fol. 158v)

Twee mannen bevechten elkaar, detail van de marge

(ms. F°/3/4, fol. 23r)

Kalender: Sint-Adriaansabdij Geraardsbergen

 

Dodenmis: variatie op het gebruik van Cluny (met, bij les 8, het responsorium Domine non secundum (niet vermeld door OTTOSEN) in plaats van Domine secundum actum). Zie OTTOSEN, Responsories, p. 285-295.

Katern, teksten, decoratie

Katern

1-25/8

 

26/8, 27/3, 28/1

Teksten

1-161v°: Sanctorale, van Sint-Adriaan (27 mei) tot Sint-Saturninus (29 november)

NB. Sint-Adriaan komt ook voor in volume 2 (f. 198), deze bevat de officies tot aan 19 juni (St. Gervasius en Protasius). Volume 4 herneemt de officie van Sint-Adriaan quando adventus sancti Adriani post Trinitate accidit, dit valt na de Triniteit, d.i. in de jaren waar Pasen valt voor 1 april. Deze indeling laat toe om de Sanctorale van het eerste volume te laten aanvangen op een feestelijke pagina: het plechtige feest van de patroonheilige van de abdij, rijkelijk gedecoreerd met een toepasselijke frontispice.

 

[Officie van de vigilie van Sint-Jan de Doper (23 juni)]

 

[Officie van de vigilie van SS Petrus en Paulus (28 juni)]

 

[Officie van het octaaf van Johannes de Doper]

 

[Officie van de Visitatie (2 juli)]

 

[Officie van de Translatie van Sint-Bernardus (11 juli)]

 

[Officie van Sint Margareta(20 juli)]

 

[Officie van de Vinding van Sint-Stefanus (3 augustus)]

 

[Officie van de vigilie van Sint-Laurentius (9 augustus)]

 

[Officie van de vigilie van de Tenhemelopneming van de Maagd (14 augustus)]

 

[Officie van Sint Bartholomeus (24 augustus)]

 

[Officie van sint Augustinus (28 augustus)]

 

[Officie van de onthoofding van Johannes de Doper (29 augustus)]

 

[Officie van de Geboorte van de Maagd (8 september)]

 

[Officie de Sint-Adriaan (8 september)]

 

[Officie van de vigilie van Sint-Mattheus (20 september)]

 

[Officie van Sint-Dionysius (9 oktober)]

 

[Officie van de elfduizend maagden (21 oktober)]

 

[Officie van de vigilie van Allerheiligen (31 oktober)]

 

[Officie van Allerheiligen, capitule de nones]

 

[Officie van Sint-Martinus (11 november)]

 

[Officie van Sint-Livinus (12 november)]

 

[Officie van Sint-Elisabeth (19 november)]

 

[Officie van Sint-Cecilia (22 november)]

 

[Officie van Sint-Catherina (25 november)]

 

162-200v°: [Communie van de heiligen

Officie van een apostel]

 

[Officie van verschillende martelaren]

 

[Officie van een pauselijke biechtvader]

 

[Officie van een biechtvader]

 

[Officie van een niet-pauselijke biechtvader]

 

[Officie van een niet-pauselijke biechtvader]

 

201-205: Officie van de Transfiguratie

 

205v°-210v°: Officie van het H. Graf (toevoeging uit de 15de eeuw)

 

Decoratie

1: Mirakels van Sint-Adriaan, Priester Eubaldus stelt de relieken van Sint-Adriaan tentoon om ze te verkopen. Een man genaamd Thierry beledigt de relieken en zinkt weg in zijn waanzin, in initiaal B; Zijn lichaam, begraven voor een altaar, wordt meegenomen door duivels. Eubaldus, op weg naar Brussel om de relieken te verkopen, legt zich te slapen op de Oudenberg bij het verlaten van Geraardsbergen, een kind wordt ondergedompeld in het water, ontsnapt aan de verdrinkingsdood dankzij de relieken van Sint-Adriaan, gesluierde vrouwen in gebed voor het altaar van Sint-Adriaan (medaillons) (I)

 

5: Johannes de Doper, in initiaal P; Doop van Christus, Johannes de Doper tegenover Herodes Antipas en Herodias (medaillons) (I)

 

14: Kruisiging van Petrus, in initiaal O; twee scènes met de Opwekking van een dode, de Genezing van een lamme (medaillons) (I)

 

21v°: Besnijdenis, in initiaal E (I)

 

23: Visitatie, in initiaal S; in de marge: gevecht tussen twee mannen bewapend met zwaarden en schilden (II)

 

39: Lezende Sint-Bernardus, in initiaal C; de monniken van Vicovaro smeken Bernardus om hoofd te worden van hun klooster, het vergiftigde vat, Dood van Sint-Bernardus (medaillons) (I)

 

45: Sint Margareta komt uit een draak, in initiaal S; Olibrius ontmoet Margareta die haar kudde bewaakt, Olibrius te paard, Geseling van Margareta, Onthoofding van Margareta (medaillons op bas de page) (II)

 

55v°: Sint Gamaliël onthult aan pater Lucius de locatie van het lichaam Sint-Stefanus, in initiaal L (I)

 

60v°: Lezende Sint-Laurentius, in initiaal I (I)

 

65v°: Kroning van de Maagd, in initiaal C; Salomo wijst zijn moeder een plaats naast hem aan, David brengt de ark van het verbond naar Jeruzalem (medaillons) (I)

 

77v°: Sint-Bartholomeus, in initiaal I (I)

 

82v°: Sint Augustinus, in initiaal A (I)

 

85v°: Onthoofding van Johannes de Doper, in initiaal H (I)

 

91: Geboorte van de Maagd, in initiaal A; Balaam op zijn ezel, wordt tegengehouden door een engel, Visioen van Ezechiel: de gesloten poort (medaillons) (I)

 

95v°: De abt van Geraardsbergen, Nicaise de Frasne (1447-1461), in gebed voor Sint-Adriaan, in initiaal A; Adriaan tegeonover de keizer, de Geseling van Adriaan, de Foltering van Adriaan: men hakt zijn hand af (medaillons) (I)

 

109v°: Lezende engel, in initiaal S (I)

 

116: Sint-Michaël werpt de draak tegen de grond, in initiaal A (I); Tronende God de Vader omringd door engelen, een engel bewierookt een altaar (medaillons) (I)

 

123v°: De Onthoofding van Sint-Dionysius, in initiaal P (I)

 

131: Sint-Ursula beschermt de elfduizend maagden met haar mantel, in initiaal D; de Reis van Ursula en de maagden, Communie van Ursula, Ursula en haar metgezellen worden afgeslacht met pijlen door de Hunnen (medaillons) (I)

 

135: Gezeten Triniteit, in initiaal L; Johannes de Doper en twee apostelen, Belijders en martelaren (met Sint-Adriaan), Drie Maagden (met Sint-Catherina) (medaillons) (I)

 

139: Vijf engelen, in initiaal P (I)

 

140v°: Sint-Martinus deelt zijn mantel, in initiaal I; Martinus, gewijde bisschop van Tours, Martinus weigert een zacht bed en legt zich te slapen op de grond, Dood van Sint-Martinus (medaillons) (I)

 

144: Onthoofding van een pauselijk martelaar, in initiaal T (I)

 

151: Sint-Elisabeth, in initiaal I (I)

 

153v°: Sint Cecilia, in initiaal H (I)

 

158v°: Sint-Catherina, in initiaal D; op de bas de page, een boogschutter op een hert (dier geïnspireerd op een speelkaartmotief (II)

 

162: Een apostel, in initiaal B (I)

 

175v°: Twee martelaren (inclusief Sint-Victor met zijn windmolen), in initiaal D (I)

 

180v°: Een pauselijke biechtvader, in initiaal E (I)

 

182v°: Een bisschop, in initiaal S (I)

 

187v°: Een benedictijnse monnik, in initiaal D (I)

 

190v°: Een biechtvader, in initiaal A (I)

 

201v°: Transfiguratie van Christus, met twee profeten, in initiaal A; God de Vader herkent zijn Zoon (banderol: « Hic est filius meus », Apostelen zijn getuigen van de Transfiguratie (medaillons) (I)

Opmerking: op f. 200v, “Huic operi visum figentes poscite Christum. Pro scriptore polum prendat ut in premium [getekend] Wil. de Predio me scripsit et finivit anno Domini 1450mo, in vigilia Visitationis beate et gloriose Dei genitricis (1 juli 1450). Cuius nomen sit benedictum in secula. Amen”.

 

Provenance: benedictijnse abdij van Sint-Adriaan in Geraardsbergen (ex-libris van de abdij in het eerste volume, ms. F°/3/1, f. 1), abt Nicaise de Frasne (1447-1461); Charles Welvaert (1797-1866), pastoor in Gent-Brugge (zie Catalogue de la bibliothèque de Mr Charles Welvaert, curé à Gentbrugge, dont la vente publique aura lieu à Gand, par le ministère et sous la direction de FERD. VERHULST, le mardi 11 décembre 1866 […], Gent, 1866, n° 14, p. 13 (informatie genereus gecommuniceerd door Dom Daniel Misonne); graaf Paul de Hemptinne (1851-1923), broer van Hildebrand, abt van Maredsous; geschonken in 1912 aan de abdij van Maredsous.

Dominique Vanwijnsberghe

Bibliografie

T. DELFORGE, Le bréviaire de Saint-Adrien de Grammont, in Scriptorium, 12, 1958, p. 102-104.

 

L.M.J. DELAISSÉ, Les techniques du livre dans le bréviaire bénédictin de Grammont, in Scriptorium, 12, 1958, p. 104-107 .

 

ID., La miniature flamande. Le mécénat de Philippe le Bon (tent. cat.), Brussel, 1959, n° 38, p. 42-43.

 

E. DHANENS, Le scriptorium des hiéronymites de Gand, in Scriptorium, 23, 1969, p. 361-379 (hier, p. 374-375).

 

M. SMEYERS, Bijzondere randversieringen in een 15de-eeuws brevier, in Spiegel Historiael, 4, 1969, p. 72-78.

 

A.H. VAN BUREN en S. EDMUNDS, Playing Cards and Manuscripts: Some Widely Disseminated Fifteenth-Century Model Sheets, in The Art Bulletin, 56, 1974, p. 12-30 (hier, p. 18, 20, 23, 26, 27 n. 14, 28 n. 16, 29 en n. 24).

 

Catalogusnotitie van A. DE SCHRYVER, in Gent. Duizend Jaar Kunst en Cultuur, 2. Boekdrukkunst. Boekbanden. Borduurkunst. Edelsmeedkunst. Miniatuurkunst (tent. cat.), Gent, 1975, n° 588, p. 358-359.

 

G. VAN BOCKSTAELE, Abbaye de Saint-Adrien, à Grammont, in Monasticon Belge, 7. Province de Flandre Orientale, 2, Luik, 1977, p. 53-128 (hier, p. 55, 65, 70).

 

Catalogusnotitie van G. WINDEY, in Aspecten van het monastiek leven in de Nederlanden (tent. cat.), Gent, 1980, n° 495, p. 118-120, ill. p. 119, 165.

 

O. PÄCHT, U. JENNI en D. THOSS, Flämische Schule I (Österreichische Akademie der Wissenschaften, philosophisch-historische Klasse, Denkschriften, 160 = Veröffentlichungen der Kommission für Schrift- und Buchwesen des Mittelalters, Reihe 1. Die illuminierten Handschriften und Inkunabeln der Österreichischen Nationalbibliothek, 6), 1. Textband, Vienne, 1983, p. 32, 53, 58.

 

E. WOLF, Das Bild in der spätmittelalterlichen Buchmalerei. Das Sachsenheim-Gebetbuch im Werk Lievin van Lathems, Hildesheim/Zürich/New York, 1996, p. 261-266.

 

R.F. POSWICK, Le Bréviaire bénédictin de Grammont (Geraardsbergen), in Le livre et l’estampe, 43, 1997, n° 148, p. 21-112.

 

L. KNAPEN, Catalogue des manuscrits de l’abbaye de Maredsous (Bibliotheca Manuscripta Monasteriorum Belgii, 1), Turnhout, 1997, p. 8-12.

 

G.T. CLARK, Made in Flanders. The Master of the Ghent Privileges and Manuscript Painting in the Southern Netherlands in the Time of Philip the Good (Ars nova. Studies in Late Medieval and Renaissance Northern Painting and Illumination), Turnhout, 2000, p. 114-115, ill. 69.

 

D. VANWIJNSBERGHE, « De fin or et d’azur ». Les commanditaires de livres et le métier de l’enluminure à Tournai à la fin du Moyen Âge (Corpus of Illuminated Manuscripts, 10), Leuven, Peeters, 2001, p. 15 n. 92, fig. 84-85.

 

ID., catalogusnotitie in Medieval Mastery. Book Illumination from Charlemagne to Charles the Bold 800-1475, Leuven/Turnhout, 2002, n° 75, p. 288-293.

 

K. VAN DER HOEK, Antonis Rogiersz. uten Broec. Een verluchter uit Utrecht, werkzaam in de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden, in Oud Holland, 117, 2004, p. 119-136 (hier, p. 121, 134 n. 6) .

 

J.H. MARROW, The Master of Gerard Brilis, in Quand la peinture était dans les livres. Mélanges en l’honneur de François Avril, Turnhout/Parijs, 2007, p. 168-191 (hier, p. 170-172, 185-186 n. 6-12).

 

D. VANWIJNSBERGHE, « Cher et vénéré Maître ». L’adresse enluminée envoyée par ses collègues belges à Léopold Delisle, après l’annonce de sa mise à la retraite forcée (1905), in Léopold Delisle. Actes du Colloque de Cerisy-la-Salle (8-10 octobre 2004), red. F. VIELLARD en G. DESIRE DIT GOSSET, Saint-Lô, 2007, p. 71, 73.

 

ID., « Ung bon ouvrier nommé Marquet Caussin ». Peinture et enluminure en Hainaut avant Simon Marmion (Bijdrage aan l’Étude des Primitifs flamands, 12), Brussel, 2013, p. 44 n. 23, 46 n. 70, 356, fig. 44, 445.

 

D. VANWIJNSBERGHE en E. VERROKEN, « A l’Escu de France ». Guillebert de Mets et la peinture de livres à Gand à l’époque de Jan van Eyck (1410-1450) (Scientia artis, 13), Bruxelles, 2017, p. 252, 415 n. 67, 415 n. 68, 419-427, 429, 433, 434, 437, 479 n. 25.